Inleiding
De commissaris van de Koning heeft verschillende petten op. Officieel is hij commissaris van de Koning in Zuid-Holland. En niet van Zuid-Holland, zoals veel mensen denken. Een groot deel van zijn werkzaamheden voert hij uit als ‘Rijksheer’, die namens de regering benoemd is in de provincie om op een aantal zaken toezicht te houden. Een belangrijk deel van dit werk is de hele procedure rond de (her)benoeming van burgemeesters in de provincie. Een ander deel van de rijkstaken heeft te maken met veiligheid en crisisbeheersing. De commissaris voert regelmatig overleg met de veiligheidsregio’s, waterschappen en andere gremia die hiervoor verantwoordelijk zijn.
De commissaris is vaak ergens in de provincie op bezoek: bij gemeenten, bedrijven, organisaties of (groepen) inwoners. Als de Koning of Koningin of iemand anders van het Koninklijk Huis een bezoek brengt aan Zuid-Holland is de commissaris de eerste die de hoge gast welkom heet in de provincie. Dit gebeurt tientallen keren per jaar: Zuid-Holland is nu eenmaal een dynamische provincie. Met hun aanwezigheid onderstrepen de Koning en de Koningin het belang van de ontwikkelingen in de betreffende gemeente of organisatie/bedrijf en zijn zij zichtbaar aanwezig en betrokken bij onze provincie.
Naast Rijksheer ‘ín’ de provincie is de commissaris ook ‘van’ de provincie. Hij is voorzitter van Provinciale Staten, het ‘provinciale parlement’, met 55 leden. Provinciale Staten vormen samen het democratische en hoogste orgaan binnen de provincie. Zij controleren het werk van het college van Gedeputeerde Staten dat - in de periode 2015-2019 - bestaat uit een coalitie van vier partijen, met twee gedeputeerden van de VVD en één gedeputeerde van zowel CDA, SP als D66. De commissaris is voorzitter van Gedeputeerde Staten. Het is zijn verantwoordelijkheid eraan bij te dragen dat de democratische besluitvorming op goede wijze tot stand komt.
2018: een dynamisch jaar
“Het jaar 2018 was het laatste volledige jaar van de Statenperiode 2015-2019. Als commissaris van de Koning in Zuid-Holland en dus als boegbeeld van de provincie, durf ik de stelling aan dat het een succesvolle Statenperiode is geweest. Ik heb, als voorzitter van beide gremia, met genoegen samengewerkt met Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten, om Zuid-Holland en haar inwoners vooruit te helpen.
Wij hebben dat als Zuid-Holland gedaan vanuit de gedachte dat de provincie als democratisch gelegitimeerd middenbestuur bij veel maatschappelijke opgaven een toegevoegde waarde kan leveren. Als partner die aansluit op de dynamiek en de energie die er is in steden, dorpen en regio’s, bij bedrijven en instellingen en bij onze inwoners.
Het mooie is dat onze inspanningen zijn opgemerkt en gezien. Ik krijg er in mijn rondgang door de provincie, tijdens gesprekken en bijeenkomsten, vaak positieve waardering voor. Gelukkig zeggen mensen dat niet alleen tegen mij: ook uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat de reputatie van de provincie flink is verbeterd. Kernwoorden daarbij zijn: deskundigheid, betrokkenheid en verbinding. Ik ben daar trots op. Onze uitgestoken hand, inclusief soms de regisserende vinger, is aangepakt. Als overheden en partners zijn wij, zoals de burgemeester van Delft, Marja van Bijsterveldt, in dit Jaaroverzicht ook zegt, zonder competentiedrift samen aan de slag. Als provincie spelen wij daarbij, afhankelijk van het onderwerp, soms een wat meer bescheiden rol en soms een krachtdadige. Om aan het hoofd van zo’n coöperatieve provincie te mogen staan, is een voorrecht.
Keihard gewerkt
Veel onderwerpen waar de provincie mee bezig is, zijn urgent en cruciaal voor onze toekomst: omgevingsbeleid, energietransitie (van het gas af), klimaatadaptatie (meer water en bodemdaling), bereikbaarheid (via weg en spoor), slim ruimtegebruik, duurzame landbouw, behoud van erfgoed, kansen voor recreatie, innovaties in de economie en een goed bestuur.
Ik heb gezien dat in bestuur, politiek en ambtelijke organisatie keihard is gewerkt aan succes. Als commissaris ben ik bij al deze onderwerpen op één of andere manier betrokken geweest. Samen is het ons gelukt om - in het oog springende - resultaten te halen. 2018 was in dat opzicht wederom een dynamisch jaar. Ik noem hier een selectie uit het werkveld van de provincie Zuid-Holland. Zo zijn in 2018 enkele wegen aangelegd die energie opwekken, gingen waterstofbussen rijden, werd de binnenvaart schoner, zag de Economic Board Zuid-Holland het levenslicht, werd een tracékeuze gemaakt voor de Duinpolderweg, is ingespeeld op de klimaatafspraken van Parijs, is er geïnvesteerd in innovatie binnen de Greenports, is Zuid-Holland op de kaart gezet in Europa en in China, is gewerkt aan de uitbouw van het Energie-innovatiefonds Energiiq en het Warmteparticipatiefonds, zijn drie bestuurlijke fusies binnen Zuid-Holland tot stand gekomen en is gewerkt aan verdere ontwikkeling van de Erfgoedlijnen voor erfgoed als impuls voor gebiedsontwikkeling.
2018 was het vijfde jaar van mijn eerste ambtstermijn als commissaris. In 2019 maak ik voor de tweede keer Provinciale Statenverkiezingen en het aantreden van een nieuw college mee. Het is goed gebruik in onze Nederlandse democratie de inwoners minstens één keer per vier jaar om hun mandaat te vragen. Ik weet zeker dat de nieuwe Provinciale Staten en het komende college van Gedeputeerde Staten uitstekend kunnen voortbouwen op het fundament dat in de jaren tot en met 2018 is gelegd. Samen met collega-overheden, bedrijven, kennisinstellingen en anderen. Het gaat er mij om dat wij elkaar opzoeken om bij alle opgaven en uitdagingen die op ons bord liggen als partners te komen tot mooie resultaten en zo te investeren in een perspectiefvolle toekomst van Zuid-Holland. Wat dat betreft noem ik 2018 een bijzonder goed geslaagd jaar.
Veelzijdig
Het ambt van commissaris is veelzijdig. Daar geniet ik bijzonder van. Ik krijg de kans veel interessante mensen te ontmoeten. Het ambt biedt mij de gelegenheid Zuid-Holland en haar inwoners van dienst te zijn. Vaak doe ik dat in Den Haag, waar ik tijdens vele vergaderingen van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten de voorzittershamer mag hanteren. In het Provinciehuis ontvang ik ook veel gasten. Zeer regelmatig ben ik op bezoek in de provincie, om de Koning, Koningin of een ander lid van het Koninklijk Huis te begeleiden, een toespraak te houden, een ceremonie bij te wonen, een predicaat of lintje uit te reiken of om een andere goede reden. Meestal ben ik ergens in Zuid-Holland of erbuiten als commissaris en soms betreft het een activiteit die voortkomt uit een nevenfunctie.
Af en toe staat er een buitenlandse reis op het programma. Zuid-Holland heeft al een dik decennium een vriendschapsband met de Chinese provincie Hebei. In Hebei wordt hard gewerkt aan het ontwerp van een nieuwe, duurzame stad. Het Zuid-Hollandse bedrijfsleven, bijvoorbeeld in de tuinbouw en de waterdeskundigheid, wil daar graag een bijdrage aan leveren. Om daarvoor de mogelijkheden te vergroten was ik in 2018, na bemiddeling van de Chinese ambassadeur in Nederland, deelnemer aan het Boao Forum. Dat is een economische topbijeenkomst, zoals de conferentie van Davos in Europa. Samen met minister-president Mark Rutte heb ik daar de Nederlandse/Zuid-Hollandse technologie, deskundigheid en bereidheid voor het voetlicht gebracht. Dat was een zeer nuttige bijeenkomst.
Waardering voor burgemeesters
Veel tijd en aandacht van mij als commissaris gaat naar het burgemeesterskorps van Zuid-Holland. Ik ontmoet de burgemeesters vaak, collectief of individueel. Als er ergens een waarnemend burgemeester nodig is, is het mijn bevoegdheid die functionaris, na overleg met de gemeenteraad, aan te wijzen. Het hoort bij het werk van een commissaris om een rol te spelen bij de selectie van kandidaten voor een vaste burgemeesterspost.
Ik heb enorm veel respect en waardering voor de burgemeesters. Het is een veeleisend ambt, waarin verschillende rollen samenkomen: burgervader of - moeder, eenhoofdig bestuursorgaan, voorzitter van het college van Burgemeester en Wethouders, voorzitter van de gemeenteraad en ambassadeur van de gemeente. Burgemeesters worden vaak zeer gewaardeerd door de bevolking, maar staan tegelijkertijd ook regelmatig onder druk of worden zelfs bedreigd, met name op momenten dat onder- en bovenwereld in elkaars vaarwater komen. Denk daarbij aan activiteiten van criminele motorclubs of drugshandelaren. Met een bestuurlijke term heet deze vermenging van legale en criminele wereld ‘ondermijning’. Als hoeder van de wet en bevoegd gezag is het de burgemeester die in dit soort gevallen in de frontlinie staat.
Het weekblad Elsevier heeft de burgemeesters van Nederland, mede vanwege die ondermijning en de gevolgen daarvan, tot Nederlander van het jaar 2018 benoemd. Ook de Machiavelliprijs 2018 was voor ‘de bedreigde burgemeester’. Mijns inziens zeer terecht. Het is cruciaal dat wij als Nederlanders - dus niet alleen als bestuurders - achter onze burgemeesters staan.
In 2018 is besloten de aanstellingswijze van de burgemeester uit de Grondwet te halen. Ik betreur dat besluit zeer. Vooralsnog blijft de huidige benoemingswijze gehandhaafd, maar andere opties liggen op termijn open. Cruciaal is voor mij dat de burgemeesters ook in de toekomst hun onafhankelijke positie boven de partijen behouden. We hebben in deze tijd van politieke versnippering behoefte aan stabiliserende factoren in de democratische arena.
Daarbij komt dat in mijn optiek de huidige benoemingswijze zorgvuldig is en, via de beslissende inbreng van de gemeenteraden, ook democratisch verantwoord. Op dit moment is de benoeming van een vaste burgemeester een samenspel van commissaris van de Koning en gemeenteraad. De commissaris maakt een selectie op basis van de competentie van de kandidaten en het profiel van de gemeente. Met deze selectie gaat de vertrouwenscommissie van de gemeenteraad de procedure in. Ik vraag altijd aan de gemeenteraden hoe zij de samenwerking hebben beleefd. In alle gevallen is het antwoord positief.
Het is verstandig geen kinderen met het badwater weg te gooien. Met stip op één staat dat de burgemeester zijn of haar rol het beste kan spelen boven de partijen. Ook de niet-politieke rol, het provinciebrede overzicht en de bestuurlijke ervaring van de commissaris bij de selectie van kandidaten is een grote toegevoegde waarde bij burgemeestersbenoemingen. Mijn pleidooi is om bij de voorgenomen verkenning van de inrichting van het toekomstig lokaal bestuur deze twee uitgangspunten in ieder geval centraal te stellen. Ik zal waar mogelijk mijn bijdrage aan die discussie leveren. Het gaat om de bestuurbaarheid van onze gemeenten. ”