Burgemeester Marja van Bijsterveldt
Commissaris van de Koning Jaap Smit spreekt altijd over ‘mijn burgemeesters’ als hij het heeft over de burgervaders en -moeders van Zuid-Holland. Daarmee geeft hij aan met welke intentie en met welke intensiteit hij werkt aan de relatie met de burgemeesters. De commissaris heeft een belangrijke rol bij de selectie van de (Kroon)benoemde burgemeesters en hij benoemt waarnemend burgemeesters. Voor alle burgemeesters is hij een klankbord, een praatpaal en een adviseur. Jaap Smit zoekt de burgemeesters vaak op en hij nodigt ze uit om over belangrijke bestuurlijke ontwikkelingen en dilemma’s te praten.
“Voor mij geldt dat Jaap Smit ‘mijn commissaris’ is”, zegt Marja van Bijsterveldt met overtuiging. Van Bijsterveldt is burgemeester van Delft sinds september 2016. “Ik kom de commissaris vaak tegen en hij is heel benaderbaar. Dat is bijzonder plezierig, want soms is het burgemeestersbestaan eenzaam of zijn er lastige zaken die je graag wilt bespreken. Ook formele gesprekken tussen commissaris en burgemeester zijn belangrijk. Dat soort gesprekken bieden een goed moment van reflectie op je werkzaamheden als burgemeester.”
30 jaar ervaring
Marja van Bijsterveldt is in de jaren negentig raadslid en wethouder in Almere. Daarna wordt zij burgemeester in Schipluiden. Een aantal jaren is zij voorzitter van het CDA en staatssecretaris en minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Haar ervaring van 30 jaar in het openbaar bestuur zet ze nu in voor Delft. En zij geniet daar zichtbaar van. “Het mooiste is dat je in het lokaal bestuur zo dicht bij de mensen staat. Dat kan trouwens ook wel eens lastig zijn. Zeker is dat je in een gemeente concreet kunt besturen en doelen kunt bereiken. Ik vind naast de inhoud dat operationele fijn. Als geboren Rotterdamse houd ik van ‘geen woorden, maar daden’. In Delft heb ik het enorm naar mijn zin. Ik was eerder burgemeester van Schipluiden, het mooiste dorp, en ben nu de eerste burger van Delft: de mooiste stad.”
Enthousiast vertelt Van Bijsterveldt over de levendigheid van Delft, een stad met ruim 25.000 studenten op een inwoneraantal van ruim 100.000. Over haar ambassadeursrol voor de TU Delft en het bedrijfsleven. En over de ambities voor de stad. “Delft is een stad met vele kwaliteiten. De mooie combinatie van een prachtige historie en indrukkende innovaties is heel bijzonder en vragen terecht veel aandacht van het stadsbestuur. Daarbij kent Delft nog een menselijke maat; de inwoners houden echt van de stad. Delft is gezellig en dat willen we zo houden. We werken hard aan woningbouw en een betere infrastructuur, aan het bevorderen van het toerisme, zonder dat dat ten koste gaat van de kwaliteit van de stad. Natuurlijk heeft het versterken van de positie van de TU Campus en de daaraan verbonden kennisinstellingen en bedrijven voor ons hoge prioriteit, net als de aanpak van de energietransitie. Ook zetten we ons in om groepen mensen in Delft met elkaar te verbinden. De wereld is complex, de ontwikkelingen gaan razendsnel en niet iedereen kan ze bijbenen. Voor ons als bestuur is dit een belangrijk aandachtspunt, want er mag geen stad van twee snelheden ontstaan.”
Ambitie
Delft ligt tussen de grootste steden van Zuid-Holland: Rotterdam en Den Haag. Samen met nog 20 andere gemeenten vormen zij de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Volgens de burgemeester is het de ambitie van Delft om in die samenwerking een verbindende rol te spelen. “De ligging en de omvang van Delft nodigen daartoe uit. Wij begrijpen de grote gemeenten en de kleinere.”
Een ander samenwerkingsverband, waarvan burgemeester Van Bijsterveldt lid is, is de Economic Board Zuid-Holland (EBZ). De EBZ richt zich op het versterken van de economische structuur van heel Zuid-Holland. De EBZ, waarin overheid, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen vertegenwoordigd zijn, houdt zich onder andere bezig met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en het stimuleren van innovatie.
Van Bijsterveldt: “Een gezamenlijke, regionale aanpak is onmisbaar. Ik ben blij dat de provincie Zuid-Holland bij deze samenwerkingen een grote rol speelt. In de relatie tussen de bestuurslagen was vroeger veel competentiedrift. Dat is nu heel anders; een wereld van verschil. De provincie zoekt voortdurend naar een goede rol in dat samenspel. Soms betekent dat loslaten en soms juist meedoen of de ‘lead’ nemen, ook waar men vroeger zei: ‘Daar zijn wij niet van’. Zuid-Holland neemt verantwoordelijkheid, ook financieel, en legt verbindingen. Ik hoop dat de provincie dat kan en wil volhouden. De bestuurlijke positie van Zuid-Holland is er nu één om trots op te zijn. En dat heeft te maken met de leden van het college van Gedeputeerde Staten en zeker ook met de commissaris. Ik zou zeggen: ga zo door!”
Benoeming burgemeesters
In 2018 is, na jarenlange discussie, besloten de benoemingswijze van de burgemeesters van Nederland uit de Grondwet te halen. Met een duur woord: deconstitutionalisering. Dat betekent dat, als er een meerderheid voor is, de benoemingswijze van de burgemeester kan veranderen. Commissaris van de Koning Jaap Smit heeft zijn bezwaren niet onder stoelen of banken gestoken. Hij is teleurgesteld over het besluit tot deconstitutionalisering. Ook burgemeester Van Bijsterveldt betreurt die beslissing. Zij zegt: “Echt zonde, want voor welk probleem is zo’n verandering de oplossing? Het is van grote meerwaarde dat de Nederlandse burgemeesters ‘full swing’ voor het algemeen belang kunnen gaan, omdat zij, door hun benoemingswijze, boven de partijen staan. Stel dat een burgemeester wordt gekozen, dan heb je twee direct gelegitimeerde organen: burgemeester en gemeenteraad. Dat trekt de burgemeester veel meer in het politieke. En dat levert geheid spanningen op. Wie zit daar nou op te wachten?”
Volgens burgemeester Van Bijsterveldt is het cruciaal dat er in politiek en bestuur een aantal stabiliserende krachten actief is. “Daar hebben we er in dit tijdsgewricht eerder meer dan minder van nodig.” Van Bijsterveldt kan zich voorstellen dat er voor de commissaris een rol blijft weggelegd bij de start van de selectieprocedure van de burgemeesters. “Vanwege het overzicht dat hij heeft.”